Margriet Hermans werd in de jaren zestig misbruikt toen ze een jong tienermeisje was. Zoals zo vaak was het een vertrouwenspersoon die toesloeg…
Margriet Hermans getuigt hoe ze als twaalfjarige tweemaal per week naar de repetitie van het zangkoor ging. Maar pater Innocentius was niet zo onschuldig als zijn naam doet vermoeden…
“In het begin bleef het bij wat kietelen”, getuigt Margriet Hermans in Dag Allemaal. “Ik vond dat niet aangenaam, maar durfde niet veel te zeggen en lachte er een beetje mee. Wij waren nog kinderen, hé.” Maar toen begon het verder en verder te gaan…
“Op den duur zat hij met zijn hand onder mijn truitje en in mijn onderbroek, vooraan én achteraan”, getuigt Margriet Hermans in het weekblad. En de pater schaamde zich niet…
“Hij deed dat zelfs wanneer we met zijn allen samen waren, heel snel en onopvallend.” Wat voor de pater duidelijk een spel was, was voor het ontluikende tienermeisje dat Margriet toen was een aanranding…
“Hoe jong ik ook was, ik voelde dat het niet klopte”, benadrukt Margriet Hermans in Story. “Ik heb hem dikwijls gevraagd om te stoppen, maar daar lachte hij mee.” Haar ouders besloten in te grijpen…
Maar ‘als straf’ werd pater Innocentius overgeplaatst naar een jongerenopvangcentrum in Limburg. “Ze hebben verd0rie de kat bij de melk gezet”, klinkt het nog steeds verontwaardigd bij Margriet Hermans in Dag Allemaal.