Toen hij zijn broer Wim verloor, moest Jeroen Meus zijn hele kijk op het leven en de dood herzien. “Had iemand me maar geleerd dat de dood geen wetten volgt, en dat alles onvoorspelbaar en onzeker is”, klonk het toen bij de televisiekok in Humo. Hoe gaat het ondertussen met Jeroen Meus?
“Intussen heb ik me neergelegd bij het eenvoudige gegeven dat je als mens niets te claimen hebt. Je kúnt doodgaan op je 44ste”, klinkt het nuchter bij Jeroen Meus in Humo. We houden onszelf een fabeltje voor…
“Uit zelfbescherming geloven we in de natuurlijke volgorde – eerst sterven de grootouders, dan de ouders, dan de kinderen – maar je hebt geen enkele garantie dat het ook zo gaat”, klinkt het fatalistisch bij Jeroen Meus in Humo. Al voegt Jeroen er een verrassende uitspraak aan toe…
“Misschien is het goed dat we onszelf die naïviteit aanmeten, zorgt het ervoor dat we lang zorgeloos door het leven kunnen stappen”, verduidelijkt Jeroen Meus in het weekblad. “Maar ik ben ze kwijt.” Jeroen ziet het als volgt…
“Ik heb de dood heel lang een afschuwelijk, bijna grotesk concept gevonden – het absolute tegendeel van het leven. Nu weet ik dat dat niet klopt”, benadrukt Jeroen Meus in Humo. De televisiekok onthult de waarheid…
“De dood hoort bij het leven, is er een deel van en zorgt er net voor dat dat leven zo boeiend is”, verduidelijkt Jeroen Meus zijn huidige kijk op het leven in Humo.