Koen Wauters groeide op als jongste van zes kinderen. Hij droeg de kleren van zijn oudere broers, waste zich in hetzelfde badwater als de vorige twee. En dan beseft Koen dat zijn eigen kinderen, Zita en Nono, opgroeien in heel andere omstandigheden.
“Akkoord, mijn kinderen zullen hoogstwaarschijnlijk niks tekortkomen. En ik ben ook blij dat ik daar deels voor kan zorgen”, benadrukt Koen Wauters in gesprek met De Morgen. Al borrelt ook een ander gevoel op…
“Nono en Zita zijn echter onder een heel ander gesternte opgegroeid en ik vraag me soms af wat dat met hen doet of zal doen. Net omdat de omstandigheden waarin ik ben opgegroeid ook zo vormend waren voor mij”, verduidelijkt Koen Wauters in de krant. Wat had Koen het liefste gehad?
“Het liefst van al had ik hen waarschijnlijk opgevoed in krek dezelfde omgeving. Een kleiner huis in een speelstraat, in plaats van een villa met een grote tuin waar verder niemand in kwam spelen omdat we ons geïsoleerd hadden”, klinkt het stilletjes bij Koen Wauters in De Morgen. “En toch heb ik voor dat laatste gekozen.” En dat staat in groot contrast met hoe Koen zelf opgroeide…
Koen Wauters groeide op in een klein rijhuis waar ze met z’n achten in woonden: “We kwamen nooit iets tekort, hè. We waren gewoon een doorsnee gezinnetje. Maar als ik tegenwoordig nog eens langs ons rijhuisje van toen passeer, vraag ik me wel eens af: hoe hebben we hier ooit met z’n achten geleefd?” klinkt het bij Koen Wauters in De Morgen.